Een eerste mogelijkheid om te onderzoeken of je al dan niet deel bent geweest van een tweeling kan erin bestaan om gebruik te maken van een VTS-vragenlijst. Vanaf 2006 werd in Centrum Open Mind gestart met de ontwikkeling van dergelijke vragenlijst. In de jaren die volgden ging ik meer en dieper op zoek, doorheen het werken met alleengeboren tweelingen, zowel privé als in groep, naar de kenmerken die specifiek zijn bij het Vanishing Twin Syndroom. Mijn bijdrage bestond voornamelijk uit het verder testen, onderzoeken en uitdiepen van de vragenlijst. Ondertussen omvat de vragenlijst een cocktail van eigenschappen waar de meeste alleengeboren tweelingen lijken aan te voldoen. Lees je de vragenlijst als tweeling dan zal je je automatisch afvragen of niet iedereen zich herkent in deze vragenlijst. Het antwoord is ‘neen’. Vanuit het gegeven echter dat alle alleengeboren tweelingen hooggevoelig zijn maar niet alle hooggevoelige mensen een verloren tweelingdeel bij zich dragen ontstaat de mogelijkheid dat veel mensen (met hooggevoelige kenmerken) sommige eigenschappen zullen herkennen. De vragenlijst werd echter zodanig opgesteld dat deze enkel voor alleengeboren tweelingen een complete lijst met kenmerken vormt. Bij het invullen van de vragenlijst zal je merken dat je met een bepaald reactiepatroon reageert. Ofwel lees je deze vragenlijst en zeg je neutraal ‘Ik herken me niet in deze vragenlijst’, ofwel herken je je in bijna alle kenmerken en kan je stellen dat je positief beantwoordt aan het Verloren Tweeling Syndroom. Een derde mogelijkheid bestaat erin dat je buiten proportie reageert en de vragenlijst volledig afwijst. In dit geval zou ik toch de gelegenheid nemen om dit verder te onderzoeken omdat je weerstand dikwijls iets wil zeggen.
Vooraleer je de vragenlijst invult, vergewis je je best van je familiegeschiedenis. Het is mogelijk dat er gelijkaardige patronen ontstaan als je te maken hebt in je gezin van herkomst met abortussen en/of miskramen vooraleer je moeder zwanger was van jou. Het is dan ook noodzakelijk om dit duidelijk in kaart te brengen.
VTS-vragenlijst
* Je bent je heel bewust van de noden van een ander maar gemakkelijk gekwetst als een ander jouw noden niet ziet.
* Je bent heel begaan met het thema leven en dood.
* Te weinig of teveel leven. Het is een verhaal van alles of niets.
* In je emoties kan je vaak uit verhouding reageren. Je leeft emotioneel vaak in uitersten.
* Het is gemakkelijk allerhande projecten op te starten, afwerken is een ander verhaal.
* Bij decoratie in je huis zet je dingen vaak per 2 (of 3). Je houdt er niet van om dingen alleen te zetten.
* Je zoekt in je partner een soulmate.
* Je bent hoog gevoelig.
* Je hebt twee heel contrasterende kanten in je persoonlijkheid. Soms ben je bijvoorbeeld heel erg verlegen terwijl je in andere situaties heel erg op de voorgrond staat
* Als je je kwaliteiten helemaal gebruikt voel je je schuldig tegenover iemand die die kwaliteiten niet heeft. Je zal aan een collega of vriend(in) met minder kwaliteiten het krediet geven van wat jij gedaan hebt.
* Je hebt een natuurlijk inlevingsvermogen.
* Het heeft niet lang geduurd voor je besefte dat je ‘anders’ was dan de anderen.
* Het is moeilijk om bij je innerlijke rust te komen.
* Je bent heel je leven op zoek zonder te weten naar wat. Je steekt een heel deel energie in het zoeken maar niets brengt je voldoening.
* Afscheid nemen op een feestje is moeilijk. Je wacht tot de laatste of je gaat er liefst in het geniep vandoor.
* Je doet steeds teveel dingen tegelijk.
* Je bent perfectionistisch en tegelijk slordig.
* Foto’s betekenen iets speciaals voor jou. Ofwel wil je op elke foto staan, ofwel trek je liever zelf foto’s en heb je van jezelf bijna geen enkele foto.
* Je saboteur is tegelijk je beste vriend en je grootste vijand.
* Als je ergens komt, scan je eerst en vooral de gezichten.
* Als kind had je ingebeelde speelvriendjes of speelde je heel wat rollenspellen waarbij je de ene keer in de rol van de ene pop ging staan en de andere keer in de rol van de andere pop. Op die manier voerde je als het ware conversaties met jezelf.
* Als kind had je een knuffel, pop of dier die boven alles belangrijk was.
* In groep voel je je verantwoordelijk voor iedereen.
* Je spreekt gemakkelijk in de ‘wij’-vorm.
* Als je iets beloofd hebt dan doe je het, koste wat kost.
* Je bent vrouwelijk en hebt een sterke mannelijke kant, je bent mannelijk en hebt een sterke vrouwelijke kant, je bent supervrouwelijk of supermannelijk.
* Je rijdt niet op de snelweg maar tussen de auto’s. Je zal steeds op zoek zijn dat je op één of andere manier nog weg kan, in geval van gevaar.
* Als het donker wordt en men zou je kunnen zien vanop straat dan moeten de gordijnen dicht.
* Financieel leeft je nooit in overvloed maar je hebt ook nooit te kort.
* Je hebt altijd teveel of te weinig eten in je koelkast.
* Je bent constant op zoek naar de ideale partner.
* Je kan niet alleen zijn of je hebt het juist zodanig geregeld dat je je het beste voelt om alleen te zijn.
* Je dient steeds te weten waar je partner naartoe gaat.
* Je voelt je vaak op verschillende vlakken op de tweede plaats.
* Geven is gemakkelijk zelf iets ontvangen ligt moeilijk.
* Seksualiteit in de eigen natuur beleven is vaak moeilijk.
Herken je je in bijna alle vragen dan nodig ik je uit om verder op onderzoek te gaan wat dit voor jou te betekenen heeft.
Van tot
Sabin